Door de grote diversiteit aan stoffen zijn, is de keuze voor goede bescherming erg lastig. Sterker nog: een verkeerde keuze kan fatale gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om een weloverwogen en een juiste beslissing te nemen. Adembescherming wordt opgesplitst in twee soorten filtering: die van gassen en dampen en van stofdeeltjes. De werking van deze filters verschillen van elkaar. Hieronder leest u de verschillen.
Bescherming tegen stofdeeltjes
Het filteren van stoffen werkt onder andere door middel van statisch geladen vezels in een filterdoek. De stofdeeltjes die door het ademen in het masker worden gezogen, worden aangetrokken tot deze vezels en blijven daaraan hangen. De schone gefilterde lucht gaat door het masker heen en wordt vervolgens ingeademd. Wanneer het filter vol is, merk je dat doordat het lastiger wordt om door het filter te ademen.
Bescherming tegen gassen en dampen
Het filteren van gassen en dampen werkt volgens een heel ander principe. In een cassette, die aan een masker kan worden vastgemaakt, zit een actieve kool. De vervuilde lucht die wordt ingeademd, wordt door dit actieve kool gezogen. De moleculen van de gevaarlijke dampen hechten zich aan deactieve kool, waarna de schone lucht wordt ingeademd. Wanneer het filter vol is, zullen de moleculen worden ingeademd. Gas- of dampfilters hebben dus maar een beperkte capaciteit.
Combinatiefilters
Er zijn ook filters beschikbaar die beschermen tegen beide risico’s.